Het damhert  

Kleiner dan edelhert, groter dan ree. Hert 50-100 kg, hinde 30-50 kg

Schouderhoogte: hert 90 cm, hinde 75 cm

Kleur :roodbruin met vage witte vlekken, vele variatie echter mogelijk van wit tot zwart

Komt voor: op de Veluwe/ in duingebieden en vaak te zien in hertenparkjes

Aantal: op de Veluwe ca. 300 stuks
Nadere kennismaking met het damhert

· Kwam voor in West-Europa tussen de diverse ijstijden.
· Trok naar het Middellandse Zeegebied door klimaatsveranderingen, laatste ijstijd.
· Werd daar door de Phoeniciërs als offerdier gebruikt. (1150-100 v. Chr.)
· Door de Romeinen weer meegenomen naar onze streken en
· In de middeleeuwen door koningen en adel gehouden in parken en bossen voor de jacht.
· In de jaren tachtig door beleidsmakers gezien als een "exoot" die moest verdwijnen.
· Door krachtige acties van o.a. "Het Veluws Hert" mag het nu weer in vrijheid leven.
· Een mannelijk dier heet hert, een vrouwelijk, hinde.
· Leeft het grootste deel van het jaar in kuddeverband, roedels genaamd.
· Hert kan 100 kg wegen, hinde 50 kg, schouderhoogte 75 cm tot 1 meter.
· Hert heeft een gewei met plaatvorming, hinde heeft geen gewei.
· Het gewei wordt in april afgeworpen en dan begint de groei van een nieuw gewei.
· Nadat het gewei volgroeid is in augustus wordt de bast er afgeschuurd en is het gevoellooos.
· Het gewei is eerder om te imponeren dan om mee te vechten.
· Een damhert kan heel oud worden, in parken tot dertig jaar.


Leefwijze damhert

Net als edelherten leven damherten in roedels, toch zijn het meer dagdieren. Hun vluchtafstand is iets korter en hun ogen zijn heel goed ontwikkeld. Hierdoor kijken zij bewust naar vreemde dingen, zij kunnen een stilstaand mens goed herkennen en staan ook bij het oversteken van wegen stil als zij een auto zien aankomen, hetgeen vaak fatale gevolgen heeft. Damherten hebben een duidelijke staart en kunnen met vier poten tegelijk weghuppen.

 
Zij kunnen met heel sober voedsel toe en hebben een voorkeur voor gras, ook al is dit van slechte kwaliteit. In gemengde bossen en loofbossen leven zij het liefst, maar ook in duingebieden aarden zij uitstekend. Doordat zij erg makkelijk te houden zijn, zie je damherten nogal eens in hertenparken.

Hier ziet men vaak de gespikkelde vorm, op de Veluwe komen bijna uitsluitend zwarte damherten voor, een kwestie van smaak en selectie door de mens.


Bronsttijd, draagtijd en geboorte

De paartijd van de damherten heet bronsttijd. De bronst begint in de tweede helft van oktober. Een volwassen hert komt ieder jaar terug naar dezelfde plek in het bos waar hij een ondiepe kuil maakt, die hij besprenkelt met urine en waar hij de hinden opwacht. Na de bevruchting verlaten de hinden deze plek weer. Gevechten tussen rivalen zijn niet zo heftig als bij edelherten en er vallen hoogstzelden slachtoffers. De bronstroep van een damhert klinkt als een snurkend gorgelend geluid en dit geluid draagt niet zo ver.
De draagtijd duurt ongeveer 229 dagen (32-33 weken) en soms worden twee kalfjes geboren die worden gezoogd tot in de winter.

Bedreigingen en beheer

Net zoals edelherten en reeën zijn damherten volledig beschermd.
Alhoewel zij iets minder snel in paniek raken, kunnen damherten ernstig verstoord worden door loslopende honden en intensieve recreatie.
Er zijn in ons land een aantal populaties die gescheiden van elkaar leven: damherten op Walcheren zullen nooit in contact komen met dieren op de Veluwe.
Ook voor deze diersoort geldt dus vaak dat zij op eilanden leven, zodat omwille van het welzijn van de overblijvenden er jaarlijks een aantal moeten worden geschoten.
In de Amsterdamse Waterleidingsduinen gebeurt dit sinds 1997 niet meer en heeft de populatie zich zeer sterk uitgebreid, met gevolgen voor de vegetatie en de reeën. Biologen en beheerders zijn in voortdurende discussie en er wordt gedegen onderzoek gedaan.
Daar waar wel wordt afgeschoten gebeurt dit door goed opgeleide mensen in een zo kort mogelijke periode en aan de hand van vastgestelde plannen met een specifieke vergunning.